Verwachtingenmanagement

Nadat ik die week alle wensen van mijn pubers in de categorie mode, telefonie en vervoersmiddelen, met een ferme ‘nee’ had gepareerd, zei ik op een onbewaakt moment toch ‘ja’. Ik was net terug van een middagje ‘omgevingswetten’ en zat nog in de ‘ja, mits …’-modus. De pubers keken ervan op. En eerlijk gezegd, ik ook. Ja, mits dus over de trampoline. Ik voegde eraan toe dat we het er goed over moesten hebben, dat niet alles mogelijk is, verwachtingenmanagement. “Mam, wat is verwachtigendinges?”

Wat ik bedoel, deed ik een poging tot verheldering, is dat sommige dingen kunnen en sommige niet, sommige dingen passen, andere niet. Een trampoline moet passen in de tuin. Ik wil er in elk geval ook nog langs kunnen lopen, in het zonnetje kunnen zitten en mijn net geplante struiken moeten het ondanks alles overleven. Ze keken de tuin in, dat moest toch lukken, schatten ze in. Ik zou toch even goed gaan meten, hoor. Dat gingen ze doen. Dan maar niet de allergrootste trampoline die er is, een maatje kleiner is nog goedkoper ook. Dan heb ik nog een randvoorwaarde. “Randwat?” Ik bedoel: iets waar we rekening mee moeten houden. De trampoline mag niet te dicht bij de schutting komen te staan. We mogen de buren niet storen, hetgeen haast onmogelijk is met een trampoline, maar we gaan zeker niet de hele tijd over de schutting in hun tuin kijken. Weer liepen ze met het meetlint naar buiten. Iets meer in het midden zetten. En het gras dan, en de struiken? Gaat niet passen. Nog een maatje kleiner dan? En dan nog iets: het opbergen. Als er niet wordt gesprongen, dan moet de trampoline worden opgevouwen, weggezet, in elk geval niet de hele dag daar in het midden staan. Dan moet deze dus passen in het schuurtje. Weer sloften ze naar buiten om te meten, dat past echt nooit. “Verwachtingenmanagement betekent dus dat je er zelf achter komt dat er zoveel mitsen zijn dat het gewoon niet kan”, was hun conclusie. “Zeg het dan meteen!” Ik schaamde mij diep. Er zou geen trampoline komen. Ik had eerlijk moeten zijn en zeggen: wat jullie willen past niet, ik heb er het geld niet voor over en na een week zijn jullie het alweer vergeten. Maar ik formuleerde deze zogenaamde ‘randvoorwaarden’ om uiteindelijk tot dezelfde conclusie te komen.

Hoe vaak wordt het woord ‘verwachtingenmanagement’ niet precies op deze manier gebruikt door politici, bestuurders en ambtenaren? Telkens als ze iets mogelijk willen maken, als ze in contact willen komen met ‘de mensen’ over hun wensen, dan roept er wel iemand het V-woord. Aan de ene kant om zich in te dekken en geen verwachtingen te scheppen voor zaken die niet mogelijk zullen blijken. We willen wel, maar het kan niet (vanwege wetgeving, inpassing, geld, tijd, enz.). Maar aan de andere kant ook heel vaak om alvast een voorschot te nemen op de teleurstelling die zal volgen. We willen eigenlijk niet, maar omdat we het niet durven te zeggen stellen we allerlei randvoorwaarden. Verwachtingenmanagement, een strategie om een wit voetje te halen en het vervolgens toch niet waar te maken. Wat meer eerlijkheid kan ons al met al een boel verwachtingenmanagement besparen.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki