Eenpitters

Recent sprak ik een griffier, een zogeheten ‘eenpitter’, de enige functionaris van de raad in die gemeente. Zij deed alles in haar eentje. Van het puur administratieve deel (verzorgen van stukken, regelen vergaderingen, enz.) tot en met representatieve taken, het adviseren van raadsleden en de burgemeester, alles. “Ik ben op dezelfde dag soms vier functies in één: secretaresse, koffiedame, topadviseur en coördinator! Mijn salaris is waarschijnlijk het gemiddelde van het salaris van deze vier functies!” Haar vakantie plande zij uiterst zorgvuldig precies tussen de vergaderingen door, ziek worden mocht niet, aan bijscholing of contacten met collega-griffiers kwam zij niet toe. “Ik heb wel een kamer helemaal voor mezelf”, zei ze gekscherend. Humor en relativeringsvermogen, best belangrijk voor een griffier. 

Ik dacht aan haar toen ik een artikel las over ‘toerusting’. Vroeger hadden we het over ‘ondersteuning’ en ‘versterking’. Sinds het in het regeerakkoord staat wordt dus gesproken over ‘toerusting’. Van raadsleden, wel te verstaan. De ervaren werkdruk, de geringe vergoeding, het dalend aanzien, de groeiende complexiteit van alles om ze heen, raadsleden staan er alleen voor. Die kunnen een steuntje in de rug gebruiken. Toerusting is, volgens het woordenboek, de beschikbaar gestelde voer-, vlieg- of vaartuigen, bewapening, gereedschappen en hulpmiddelen om een taak uit te voeren. Wat dat betreft wordt de term adequaat gebruikt, de raad heeft beslist een (democratische) taak uit te voeren en kan dat niet met blote handen. En dus kwam er, om wat te noemen, een iets hogere vergoeding voor ‘kleine’ gemeenteraden, is er een digitaal leerplatform en een breed scholingsaanbod. 

Maar, met alle respect voor dit alles, de belangrijkste toerusting voor raadsleden, elke dag en elke vergadering weer, tastbaar en concreet, is en blijft de griffier. Elke raad heeft de griffier die bij hem past, elke raad beslist hoe de beschikbare capaciteit in te zetten, elke raad zal tegen de griffier moeten zeggen wat hij/zij moet doen. Wat nodig is hangt nauw samen met de manier waarop elk individueel raadslid zijn rol invult. Heeft een raadslid geen ondersteuning nodig bij bijvoorbeeld het maken van moties en amendementen, dan, zo wordt geredeneerd, heeft geen enkel raadslid die steun nodig. Idem voor het opzoeken van informatie, organiseren van een bijeenkomst of het communiceren over genomen besluiten. Wie durft toe te geven dat hij wel wat steun kan gebruiken? En bovendien wat kost dat allemaal wel niet? En zo krijg je raden die zichzelf tekortdoen door onvoldoende te zorgen voor hun eigen toerusting. Want met een vier-in-een griffier is van serieuze toerusting geen sprake.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki