Achter gesloten deuren

Raads- en commissievergaderingen zijn openbaar, de spelregels voor het vergaderen zijn wettelijk bepaald. Daarnaast zijn er diverse overleggen met onduidelijke status die feitelijk ook een plek innemen in het gemeentelijk besluitvormingsproces. Hoe kan een raadslid deze effectief benutten voor zijn politieke doelen en bedoelingen?

Het standpunt was helder, de argumenten goed te volgen en aan de presentatie mankeerde ook niets. De collega’s knikten instemmend, het raadslid verwoorde de mening van menigeen. Een paar ijverige ambtenaren tikten in ijltempo op hun laptop de conclusies. Hij voegde er meteen aan toe dat hij dit best in beslotenheid wilde zeggen, maar er niet op aangesproken kon worden. Het was geen fractiestandpunt en hij ging het in het openbaar niet herhalen. En weer knikten de andere raadsleden instemmend. De bijeenkomst was besloten. Niet echt geheim, maar ook niet officieel. Gewoon een raadssessie, niet toegankelijk voor derden, een zogenaamd ‘BOT-gesprek’, met de benen op tafel. Je roept daar als raadslid een en ander.

Spelregels

Het is eigenlijk eenvoudig met raadsvergaderingen. In de Gemeentewet en in het Reglement van Orde staat precies beschreven hoe, wat en wie, over quorum en gesloten deuren, wat wel en wat niet mag, hoe wordt gesproken en hoe besloten, over hoofdelijke oproeping, onthouding en stakende stemmen. Raadsvergaderingen zijn openbaar met een enkele uitzondering, maar ook de spelregels van de uitzonderingen zijn wettelijk bepaald.

In diezelfde Gemeentewet is opgenomen dat de raad raadscommissies kan instellen die besluitvorming van de raad kunnen voorbereiden en met het college kunnen overleggen. Die commissies zijn er in diverse smaken, maar ook daarvan is bepaald wat wel of niet mag en hoe alles loopt. Commissies en overige ‘commissieachtigen’ zijn openbaar.

Informeler

Daarnaast is er een scala aan overleggen, raadssessies, thema-avonden, inloopbijeenkomsten, ronde tafels en BOT. Soms zijn er regels, soms zijn die bijeenkomsten ook openbaar, meestal niet. De sfeer is informeler dan in de raad. Er wordt geen politiek bedreven, maar eerlijk gezegd is dat een contradictio in terminis. De raad wordt ‘betrokken’ of ‘meegenomen’. Er worden uitspraken gedaan, je zou ze als richtinggevend kunnen zien, maar kunt er niemand op vastpinnen. Het is een grijs gebied. Noodzakelijk voor stappen in het besluitvormingsproces, onmisbaar zelfs voor voortgang met betrokkenheid, maar al met al uiteindelijk vrijblijvend.

Grijs gebied

Althans, daar zullen raadsleden zich achter verschuilen om niet aangesproken te worden op een ingenomen standpunt. Aan de andere kant zullen ze zich alle vrijheid permitteren om in de beslotenheid wel degelijk visjes uit te gooien, te peilen wat de meningen van anderen zijn en wethouders of ambtenaren uit te vragen. Kortom, de informele sfeer benutten om beter geïnformeerd en gewapend verder te gaan. Het grijze gebied van overleggen met onduidelijke status grenst aan de wandelgangen waar raadsleden ook dealen en wheelen, verkennen en uitwisselen.

Krampachtig

Wat bijzonder is, is dat raadsleden kennelijk in de informele setting iets roepen dat ze in het openbaar niet willen herhalen. Je zou het kunnen vergelijken met uitspraken op sociale media. Daar is iemand toch ook aan gehouden. Het kan een persoonlijke of een voorlopige mening zijn. Waarom mag die niet worden gedeeld? Desnoods met de nodige kanttekeningen en voorbehouden, maar waarom zo krampachtig?

Een beetje consequent en congruent zijn is wel zo handig. En is ook veel simpeler. Dan hoef je niet steeds te onthouden wat je in welk overleg, openbaar of besloten, hebt geroepen. En met enige souplesse en charme toont zich uiteindelijk de evenwichtskunstenaar: degene die bijeenkomsten en vergaderingen, ongeacht de status weet te benutten om effectief politiek te bedrijven.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki