Werken aan de relatie

Als de raad al het gevoel heeft grip te hebben op wat er lokaal en binnen de gemeente gebeurt, dan is dat regionaal nauwelijks het geval. GR-en (gemeenschappelijke regelingen), zoals de Veiligheidsregio en de Omgevingsdienst, staan vaak op onoverbrugbare afstand. Nu wil de Omgevingswet dat er beter wordt samengewerkt en dat we één overheid zijn. Als ik dat tijdens raadspresentaties zeg, word ik ronduit uitgelachen door raadsleden. “Prachtig, maar niet te doen”, is de reactie.

Zou het niet slim zijn om deze kans nu eens te grijpen.

Integraliteit, samenwerken, werken als één overheid, ketensamenwerking, het is 100% Omgevingswet-jargon. De wet gaat over de leefomgeving én over gezondheid én over veiligheid. Dus integraal ontwikkelen en afwegen in onder meer de omgevingsvisie. Participatie (lees: motiveringsplicht) is erg belangrijk, andere overheden moeten erbij worden betrokken. Het digitaal stelsel is integraal en gezamenlijk opgezet. Samen, samen, samen. En dat is dus het speelveld waar de raad zich te vaak onzeker en ongemakkelijk bij voelt, dat van de regionale samenwerking in het bijzonder met omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en GGD’s. Verder dan het verplicht agenderen van de begroting en het jaarverslag van GR-en komen de meeste raden niet.

“Voor raadsleden is het tekort aan grip en invloed op gemeenschappelijke regelingen een van de grootste knelpunten in hun werkzaamheden. Veel gemeenschappelijke regelingen zijn voor raadsleden een black box, dan wel de invloed daarop is beperkt”, aldus de raadsledenvereniging in een reactie op de wijziging Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Deze wijziging wil de positie van de raad en de democratische legitimiteit versterken door diverse instrumenten, die de raad nu eigenlijk ook heeft, te formaliseren en versterken. Denk daarbij aan zienswijzeprocedures, inspraak en evaluaties. Of deze wetswijziging de ultieme oplossing voor het probleem is, vraag ik mij af. Het maken van keuzes op zich is al lastig zat, en nog lastiger als je de keuzes niet kunt overzien en je er – voor je gevoel – niet over gaat. Raden kunnen eigenlijk nu ook veel organiseren en regelen. De GR-en staan in de eigen gemeentelijke begroting onder verbonden partijen. “Verbonden partijen en de rol van de raad” is overigens een populair onderzoeksonderwerp van rekenkamercommissies. De raad kan het college bevragen over elk onderwerp dat een GR aangaat. De raad kan zelfs een “raadscommissie verbonden partijen” instellen. Dus aanknopingspunten genoeg voor de raad om daarover te debatteren, dat kan allemaal, hé! Maar het is de gevoelde afstand die een meningsvolle relatie in de weg zit.

De komst van de Omgevingswet maakt dat opnieuw pijnlijk zichtbaar. Dus ik zou zeggen, zou het niet slim zijn om deze kans nu eens te grijpen. Met de komst van de Omgevingswet zou je de GR-en en indirect je eigen kaderstellende dan wel controlerende rol onder de loep kunnen leggen. En je de vraag stellen: hoe gaat het, wat kan beter? Bij samenwerken gaat het over inhoud, proces en relatie. Bij samenwerking vraag je je af waarom werken we samen, wat willen we regionaal oplossen, welke prioriteiten en afwegingen zijn er te maken? Je vraagt je ook af hoe dat te organiseren, welke afspraken te maken, hoe elkaar te informeren en hoe de resultaten uiteindelijk te meten. En tot slot vraag je je af wat ga ík doen, wat de ander en hoe gaan we krachten bundelen. Het gaat met andere woorden vooral om het begin van een gesprek. De griffier en het college van B&W kunnen de raad hierin bijstaan. Om te zorgen dat de raad in staat is om zijn rol te pakken in dat regionaal speelveld. Zodat de raad kan gaan sturen op samenwerking en resultaten. Niet omdat een wet het zegt, maar omdat je samen meer oplost dan alleen.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki