Spreektijdregeling voor raadsleden: zegen of keurslijf?

In mijn beginjaren als griffier belde ik een keer met de Tweede Kamer om meer te weten te komen over hun spreektijdregeling. De dame aan de lijn vertelde mij dat die er uiteraard was: “Hoe moet je anders vergaderen?” Ik weet niet of ze daar tevreden zijn over de duur van hun vergaderingen, gemeenteraden denken daar verschillend over. Er zijn raadsleden die vinden spreektijdbeperking een gruwel. Ze kunnen heus wel beknopt hun punt maken en anders spreken ze elkaar daar in de raad erop aan. Anderen vinden een regeling houvast bieden: van vergaderen tot midden in de nacht worden besluiten niet beter, wordt gezegd.

In bijna elke gemeenteraad staat de duur van vergaderingen wel eens op de agenda. “Veel onderwerpen laten zich niet in een bepaald aantal minuten samenvatten”, volgens Kelly Straver, raadslid in Kaag & Braassem . “Ik zou ook niet zo streng met de spreektijd om willen gaan. De kwaliteit van besluitvorming staat voorop, dan maar iets later naar huis! Als raadslid wil ik in ieder geval niet ‘gedwongen’ worden om een beslissing te nemen omdat de tijd op is”. Raadslid Dick Vuijk (Breda) is stellig in zijn opvatting: “Ikzelf probeer altijd kort en bondig mijn punt te maken. Dat is kennelijk niet iedereen gegeven! Spreektijden hanteren is inspelen op een bepaald onvermogen en dus relevant!

Afspraken in het Presidium

Over spreektijden worden meestal afspraken gemaakt binnen het Presidium van de raad. De lokale omstandigheden en cultuur spelen een belangrijke rol bij de afweging. Het aantal fracties kan bijvoorbeeld een rol spelen bij de noodzaak om een regeling af te spreken. Het maakt uit of er vijf of vijftien fracties hun standpunt moeten verwoorden. Vaak wordt een afspraak gemaakt over een eindtijd. Voor raadsleden die overdag werken, maar voor elk raadslid eigenlijk ,kan het lastig zijn om na vier of vijf nachtelijke uren vergaderen geconcentreerd besluiten te nemen. Als de vergadering op het afgesproken tijdstip niet klaar is, komt de raad de volgende dag/week terug voor de overgebleven punten. In toenenende mate wordt ook op vergaderefficiëntie en daarmee samenhangend het kostenaspect van (raads-)vergaderingen gelet.

Spreektijd naar rato?

Frans Bas, raadslid in Schagen, is blij dat zij in de raad nog altijd een vaste spreektijd hebben weten af te houden, omdat de spreektijd-discussie altijd samenvalt met de grootte van fracties. Volgens hem moeten zowel grote, als kleine fracties de mogelijkheid hebben om op een normale manier hun bijdrage te leveren. Aan de andere kant ziet hij ook voordelen, omdat er raadsleden zijn die zo lang van stof zijn dat andere fracties en toehoorders volledig afhaken. “Ik zou willen pleiten voor een tussenvorm…. wel ‘spreektijd’, maar gelijk voor alle fracties.” Daar brengt Flip Mak, fractiemedewerker Provinciale Staten Zuid-Holland, tegenin dat minder spreektijd voor kleinere fracties een verschil is dat al door de kiezer is gemaakt!

Lokale praktijk

Naast de meer principiële benadering van spreektijdregeling voor raden, zijn er lokaal veel pragmatische aanpakken. In Reimerswaal, vertelt raadslid Peter Koeman, “hanteren wij in eerste termijn drie minuten, plus een minuut per raadslid per fractie. Bij de behandeling van de kadernota en de begroting gelden er geen beperkingen”. Volgens Ad Jongenelen, raadslid in Heerhugowaard, hebben de fracties voor de raadsvergadering hun standpunten al bepaald. “Beïnvloeding door de sprekers is minimaal en wordt hooguit gebruikt om nog een stevig het partij -politieke standpunt neer te zetten.” De afgesproken spreektijd is ruim voldoende. Volgens Ferdinand Contant, griffier in Nieuwegein, is de verdeling van de tijd over de fracties geen garantie dat de vergadering eindigt op het afgesproken tijdstip. “In onze raadsvergaderingen wordt een totale spreektijd van tien minuten per fractie gehanteerd, vermeerderd met een minuut per raadslid. Samen met de spreektijd van het college levert dat -bij volledige gebruikmaking- zo’n drie uur op. Er zijn wel eens fracties die de tijd volledig benutten, maar de meeste doorgaans niet. Naast schorsingen zijn interrupties bij het bewaken van de eindtijd de zwakke schakel: die tellen niet in de spreektijd mee”.

Debat-expert John Bijl heeft een haat-liefde-verhouding met spreektijden. “Enerzijds beperken ze volksvertegenwoordigers in hun spreken. Aan de andere kant is het wel fijn dat raadsleden er op gewezen wordt dat ze met een kort betoog meer impact kunnen hebben, dan met ellenlange betogen en doodsaaie details. Het is net als met straffen en boetes; je zou ze niet nodig móeten hebben. Raadsleden zouden uit zichzelf moeten snappen dat kortere betogen beter zijn. Beter voor hen, beter voor het debat en beter voor de besluitvorming.”

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki