De @raadsgriffier, twitter en grenzen

Toen de burgemeester zei ‘hou op met dat getwitter!’, was ik verontwaardigd. Ik had getweet over een collega die gewond was geraakt bij de aanslag in Marrakesh, ‘zo wandelt het wereldnieuws je leven binnen’ schreef ik. ‘Was dat wel zo handig, vanwege de privacy van betrokkene?’, had iemand hem gevraagd. De burgemeester is niet blij met ‘was-het-wel-zo-handig’-vragen over de griffier. Het nieuws had al in drie bladen gestaan, maar ik heb de tweet toch verwijderd. Het was de eerste en enige keer (#fail).

Je hoort van die verhalen dat anderen blunderden met tweets die echt niet kunnen en denkt, dat gaat mij nooit gebeuren. Ik weet hoe ver ik kan gaan. Was ik deze keer ongemerkt toch die grens gepasseerd? Ging het om die ene tweet of ging het om het twitteren of om iets anders? Moest ik helemaal stoppen? Kon hij mij dat eigenlijk vragen? En zou ik het doen? Mijn verontwaardiging werd principieel gepieker.

Op mijn bijna 4.000 tweets in twee jaar waren de reacties positief. Ik ben enthousiast over mijn vak en vind het leuk om te vertellen wat ik doe. Iedereen, vooral mijn raadsleden en collega’s, mogen dat weten. En ik vind het ook geweldig om te lezen wat anderen doen of vinden. Nieuws wordt geboren waar je bijstaat. Het is haast niet te geloven, maar er zijn mensen die het interessant vinden om te lezen dat de griffier meer doet dan papier verplaatsen en verslagen maken, om te zien dat wij binnen de gemeente interessante dingen doen. En soms zoekende zijn. En vaak onverwacht snel. Ik krijg regelmatig complimenten over mijn openheid. En als ik op twitter een vraag stel (#durftevragen) zijn er altijd reacties waar ik wat aan heb.

In het begin deed ik het strikt professioneel, maar die grens is kunstmatig en onnodig. Nu roep ik soms iets persoonlijks over wat ik heb gelezen, heel soms over mijn kinderen of reageer ik op mensen die ik uit andere context ken.

Mijn kortste tweet ooit was: ’00.00’. Het was aan het eind van een vergadering. Het was niet mijn bedoeling om kritisch te zijn, hoewel ik het een te lange vergadering vond. Iemand vatte deze vier nullen op als kritiek en iemand anders vond zelfs dat ik gelijk had. Het komt vaker voor dat je ongemerkt meer zegt dat je wilde of dat een tweet verkeerd wordt gelezen of geïnterpreteerd. Of dat je een citaat met bronvermelding tweet, maar dat iemand denkt dat deze van jou is. Dat kan overigens ook gebeuren met iets wat je zegt. Hoe dan ook, geen paniek. Uitleggen. Klaar.

Nee, ik heb nooit toestemming gevraagd om te gaan twitteren. Ik had geen idee wat het was. Mijn allereerste tweet had iets van een roepende in de woestijn: ‘is twitter iets voor griffies en raden?’ Ik hoorde haast de echo, toen ik op verzenden drukte. Geen reactie. Ik ging het zelf ontdekken. Folders, website, persberichten, publicaties maakte ik ook allemaal, de toen nog ‘nieuwe’ media kwamen er bij. Wat is het effect? Even moeilijk om te meten als het effect van de overige communicatiemiddelen. Wat kost het aan tijd en geld? Gemiddeld een minuut per dag. Dat vind ik best verantwoord. Dus waarom niet?

Er zijn grenzen. Het beroerde van grenzen is echter dat je niet precies weet waar ze liggen. Je merkt het pas als je al te ver bent. Hetzelfde geldt ook voor ruimte. Er is genoeg, je merkt het pas als je deze benut. De grens opzoeken is tegelijkertijd ook de ruimte benutten. Met twitter gaat dat snel, vluchtig en in maximaal 140 tekens.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki