Bewegen en verbinden

Toen ik raadslid was dacht ik: Gaaf! Dit is toch wel het allerleukste wat ik ooit heb gedaan! Dat ik overal een mening over moest hebben en steeds alert moest zijn om politiek te “scoren”, vond ik minder. Maar de betrokkenheid bij de stad en de ruimte om het verschil te maken, maakten dat ruimschoots goed. Later als ambtenaar dacht ik: Super! Dit is toch wel het allerleukste wat ik ooit heb gedaan! Dat door papier en beleid de samenleving vaak ver weg leek vond ik minder. Maar “wie schrijft die blijft” en dat je zo de ambities van de ander ondersteunt, dat maakte het weer goed. Zou het niet fantastisch zijn als er een functie bestond die het politieke en het ambtelijke verbindt? Toen ik dat bedacht in 2003 waren alle griffies in heel Nederland bezet. Het duurde een tijdje en heel wat sollicitatiepogingen, voordat ik een kans kreeg.

In Weesp zou ik het vak leren. Ik liet mij in het begin intimideren door collega’s die alle wetsartikelen paraat hadden en mij alsmaar gingen vertellen hoe het hoorde. Hoe het hoort? Hoe kun je daar nou ervaring mee hebben als het dualisme nog maar net nieuw is en je binnen de gemeente samen moet ontdekken hoe je alles wilt invullen. Het ging met vallen en opstaan. Sommige dingen lukken, andere niet, je stopt er al je energie in en hoopt dat je iets achterlaat. Ik lees nog regelmatig het WeesperNieuws, maar niet meer elke week.

Toen in de overstap maakte naar Amstelveen was het de eerste keer in mijn leven dat ik iets voor de tweede keer deed. Ik zou mijn ervaring moeiteloos inzetten in de nieuwe context. Ik had mijn griffiers-gereedschapskistje met mijn favoriete tools bij mij. Voorbeelden, aanpakken, netwerken, kennis, ik had het allemaal. Maar het schoot niet op, niets lukte. Dit was een grote vergissing, geen match. Ik hoorde het van andere collega’s die het hadden meegemaakt en zie, nu was ik het.

Na drie maanden, het was kerst, stond ik op het punt om het op te geven. Mijn oudste zoon speelde de houtsnijder in het kerstspel “Michiel en de houtsnijder”. Een van de liedjes gaat zo: “Kijk goed om je heen, er is werk voor iedereen. Al ben je groot, al ben je klein. Je kunt iets voor een ander zijn.” De kerstsfeer, die lieve kinderstemmetjes en mijn verdriet dat het niet wilde lukken op het werk, alles bij elkaar … ik zat dus een potje te snikken daar op school. Een zoetsappig verhaal, hé? Iets voor een ander zijn! Maar vanaf dat moment kon ik met aandacht luisteren naar wat mijn raad wilde en daar al mijn energie op richten.

De raad als opdrachtgever is een verhaal apart. Als griffiers helpen wij mee om onze opdracht te formuleren. Wij hebben het overzicht en de kennis, zijn de hele dag bezig met ons vak. Van ons mag worden verwacht dat wij verder kijken dan wat vandaag nodig is. Het is niet genoeg om de vraag te articuleren. Wij moeten ook antwoorden geven op vragen die er nog niet zijn om het werk van de raad te ondersteunen. De grootste vraag van deze tijd is, volgens mij, de verbinding met de samenleving, die nerveus, snel en ongeduldig om ons heen beweegt. Hoe zorgen wij dat het “systeem”, waarvan wij als griffiers de hoeder zijn, niet verstart en verstilt? Hoe zorgen wij voor beweging en ruimte?

Als griffier denk ik nu: Fantastisch! Dit is toch wel het allerleukste wat ik ooit heb gedaan. Dat regels en procedures de essentie soms naar de achtergrond duwen vind ik minder. Maar de ruimte om te ontdekken, te ontwikkelen en om de dromen van volksvertegenwoordigers te ondersteunen maken dat weer helemaal goed. Zou het niet fantastisch zijn als je politiek, ambtenarij en samenleving zou kunnen verbinden?

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki