Als de aarde beweegt

Ook als je het nooit eerder hebt meegemaakt voelt het vanaf de eerste keer precies zo als alle volgende. Alsof iemand met twee handen je hart grijpt en er keihard in knijpt. En dan loslaat. Je hart, een flubberig zakje in je borst, doet zeer, probeert zich weer te vullen met bloed. Iemand hakt tegelijkertijd vanaf je knieƫn je benen eraf, tsjak, je voelt ze niet meer. Je staat, je valt niet eens omdat het zo rap ging, je blijft daar roerloos. Ben je buiten, dan voel je een gerommel ergens diep in de aarde. Ben je hoog in een gebouw, dan zweef je in een dreigende lucht net voor het onweer begint. Zo voelt een aardbeving.

Je kunt je niet voorstellen, als je ontspannen rondloopt, gewoon je ding doet, dat dit mogelijk is. Je loopt op straat, schopt een steentje weg, plukt een bloem in de wei of gooit een blikje weg in een afvalbak, kijkt naar een boom, naar de vitrine van een winkel of naar je geliefde, neemt de bus, de lift of bewondert de zonsondergang. Alles, hoe zwaar, licht, spannend of luchtig ook, voelt vertrouwd. En ineens is alles in beweging, je bent machteloos, verlamd, ontheemd, angstig.

De verhalen! Mensen vertellen dat de maan, volle maan, een rode gloed had en dat het dus zeker is dat er een nieuwe beving komt. Dat de vogels vanuit het westen, hele zwermen, overvlogen en nooit meer terugkwamen. De honden en katten hadden zich jankend verstopt in hollen of waren in bomen geklommen. In de kerk liepen er tranen over de wangen van een beeld van de Heilige Maagd. Een oude man in een zwarte lange jas liep over het plein met twee koffers, in de ene zat aarde, donkere aarde en in de andere bloed, ooggetuigen wisten dat te vertellen. Er waren mensen die met hun oor tegen de grond lagen en het suizen van de aardkorst hoorden. Het kwam eraan, zeiden ze, en bleven roerloos liggen om het nog beter te horen. Er was in de stad een vrouw bevallen van een zoon met een litteken over zijn rug, dat leek op een breuklijn, dat was een teken. De kranten schreven over de aardbevingen. Deskundigen vertelden dat ze niet te voorspellen zijn, maar dat deze ene beslist de zwaarste was, de overige waren maar naschokken. Ze werden tegengesproken door andere deskundigen, politici, filosofen en waarzeggers. Nee, de echte, de grote, moest nog komen. Wij kunnen er niets tegen doen. Alleen hopen dat het meevalt. Het gesprek ging vervolgens over de beste plek om te schuilen als het begint. Buiten, binnen, waar? In de kerken kwamen mensen om te bidden, ze wiegden heen en weer, om hun angst in slaap te sussen.

Heb je een aardbeving meegemaakt, dan blijft de onzekerheid aan je knagen: gaat het weer gebeuren? Deze vraag stelde je jezelf nooit eerder, maar nu laat ze je niet los. Alles was vanzelfsprekend en vertrouwd, nu heeft de angst zich vastgezogen in je ziel. Het is niet de angst die je voelt als je denkt dat iemand je volgt. Dan kijk je om, is er niemand, loopt verder. Het is niet de angst dat je je zult verbranden aan een vuur, je zult snijden aan een mes of dat je zult vallen in een ravijn. Of dat je een ongeluk krijgt of een enge ziekte. Deze angst heeft geen concrete plek, is overal om je heen, onder je, bij je, in je.

Later, je kunt het je nu niet voorstellen, wordt het minder, de angst. Je denkt er niet meer de hele tijd aan. De verhalen verstommen. Het is ver, heel ver weg. Het kan zelfs gebeuren dat je het helemaal vergeet. Het was een boze droom. Niet echt gebeurd. Totdat de aarde weer gaat trillen, schudden en beven, haar enorme oerkracht door je lijf jaagt en weer de angst wakker maakt. Die sliep, maar was niet weg. Angst gaat nooit weg.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki