Gevangen in obsessie onafhankelijk te willen zijn

Zij had dezelfde donkere krullen met een paar sliertjes zilver. Dezelfde volle lippen. Dezelfde rimpel tussen haar wenkbrauwen. Haar blik had iets brutaals, iets afstandelijks ook. Zij keek haar indringend aan. Zij wilde wat zeggen. Vond de woorden niet. Zij zocht een rode draad, maar vond het gratuit om achteraf een samenhang te ontdekken die er niet was. Patronen, toevalligheden, noodlot misschien, dingen gaan zoals ze gaan, wat zou je op zoek gaan naar een pad dat keuzes veronderstelt? Zij keek haar aan. Lijken wij op elkaar? Zij kneep haar ogen dicht, de rimpel werd dieper, de mond strak. Echt?

Ze schudde quasi nonchalant haar hoofd, de krullen zochten een nieuw plekje, sprongen heen en weer. Die brutale blik, die uitdagende, die herkende ze maar al te goed. Vanaf het allereerste begin, bedacht ze met een flauwe glimlach. Bij haar geboorte al. Iedereen paraat, alles in stelling om haar te ontvangen en toen moesten ze toch wachten. Loos alarm had de verloskundige gezegd en vertrok onverrichter zake. Twee dagen later, toen niemand klaar stond, kwam zij in allerijl. Zo was ze. In de familieoverlevering, compleet met babyfoto’s met dat verschrikkelijke gele mutsje dat ze midden in de zomer moest dragen, werd dit verhaal eindeloos herhaald. Het was alsof ze als volwassene bij haar eigen babyjaren was. Die eerste avond, onder de douche, voelde zij als baby de stevige greep van haar moeder. Zij zou nooit loslaten, bedacht ze, dat wordt wat. Het was een beschermende grip, maar zij voelde beklemming en beperking. Zij zag de onvoorwaardelijke overgave niet. En ook niet met hoeveel liefde zij werd omarmd.

Als kind liep ze steeds weg. Telkens als de aandacht verslapte nam ze de benen. Plots versnellend, zij werd er steeds bekwamer in. Zij keek wel achterom om zich ervan te vergewissen dat haar vertrek niet onopgemerkt was gebleven. Onafhankelijkheid is pas zoet als je ontsnapt, niet als je al de hele tijd vrij bent om alles te doen wat je wilt. Haar populariteit garandeerde op school dat ze onafhankelijk was. Ze haalde met weinig moeite hoge cijfers. Ze kon zich veel permitteren, zei ze tegen haar schare volgers, terwijl ze achterop de scooter van haar vriendje sprong. Weg was ze. Ze studeerde iets om op kamers te kunnen. Ze begon te werken om te kunnen sparen voor verre vakanties. Het leven, het lag voor haar voeten. Ze keek de toekomst tegemoet met die brutale blik. Kom maar op, zei zij zacht.

Zij keek nog een keer goed naar die ogen. Dezelfde honingbruine ogen. Ze hadden een warme gloed. De gloed werd vuur als het even tegenzat. De afstandelijkheid is er met de jaren ingeslopen. Ze wilde niet afstandelijk zijn, maar onafhankelijk en vrij. Haar verloofde had, toen ze na een knallende ruzie uit elkaar waren gegaan, geroepen: “Je bent niet vrij! Je bent gevangen in jouw obsessie onafhankelijk te willen zijn. Maar je bent het niet, beslist niet. Je hebt mij nodig! Geef het gewoon toe!” Ze schreeuwde terug: “Om van je weg te gaan! Daarom heb ik je nodig.” Woest en gekwetst eindigde zij de relatie. Ze raapte de brokstukken bij elkaar om verder te gaan, alleen.

Zij reikte naar het beeld tegenover haar. Haar vingerstoppen raakten de koude spiegel aan. Een huivering ging door haar heen. Alsof niet de spiegel, maar zij koud was. Haar spiegelbeeld keek haar net zo geschrokken aan.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki