Kandidaatstelling

We staan aan de vooravond van een rottige tijd voor raadsleden: de tijd van de kandidaatstelling. Het is allereerst een individuele en persoonlijke afweging: Wil ik door in de raad? Wil ik mij opnieuw kandidaat stellen? Kan ik het combineren met mijn leven? Vanaf welke plek? Ga ik voor het lijsttrekkerschap? Wil ik wethouder worden? Aan de andere kant is het ook schaken en schakelen: Hoe pak ik het aan? En wanneer? Hoe mobiliseer ik mijn supporters? Met wie drink ik snel eens koffie? Of een borrel? Wat doet de concurrentie? Hoe zet ik de pers in? Het aantal plekken is beperkt, wie nu te bescheiden of onhandig is, vist straks achter het net. Tot gisteren was je collega, nu ben je concurrent in de fractie. Rot dus, maar voor een paar weken is het ieder voor zich. Maar het komt goed. Straks zijn we weer een team en zetten we de schouders onder de campagne en de nieuwe fractie.

Het zijn onrustige tijden. Diverse gremia binnen de partij, je ziet en hoort ze anders nooit, hebben plots het hoogste woord. Het bestuur, de kandidatencommissie, de ledenvergadering, waar bemoeien ze zich mee, buitenstaanders zijn het meestal, je ziet ze nooit op de publieke tribune van de raadzaal, maar nu beslissen ze mooi wel over jouw politieke toekomst. Ze hebben een mening over jouw effectiviteit als raadslid, over de resultaten die je hebt behaald en of je voldoende hebt gescoord. Al die uren die je in het raadswerk hebt gestopt, stapels stukken gelezen, moties gemaakt, persberichten geschreven, themabijeenkomsten en politieke cafés georganiseerd, je dag en nacht ingezet, wie weet dat op waarde te schatten? Moet je je opnieuw bewijzen?

Een goede balans wordt gezocht, zeggen ze, tussen nieuw en ervaren, man/vrouw, leeftijd, afkomst, politieke bloedgroep. Het is een onoplosbare puzzel. De kandidatencommissie wikt en weegt, voert gesprekken met kritische vragen en komt tot een concept-lijst. En dan mag de ledenvergadering of ledenreferendum gaan schuiven met de plekken. Voordat je het weet staat de zorgvuldig opgestelde onderbouwing, waar je hard voor hebt gelobbyd, op losse schroeven. En heb je het gedoe met de kandidaatstelling en de vaststelling van de lijst achter de rug, even door de zure appel heen bijten, hou je jezelf voor, en dan verder met de zaken die ertoe doen, dan blijkt de kiezer er ook nog iets van te vinden. Echt, hé, wat een rotte tijd voor raadsleden!

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki