Nestor

Het personage kende ik slechts uit de geschiedenisboeken, totdat ik als raadslid mijn eerste, echte nestor tegen kwam. Na de begrotingsbehandeling sprak hij de raad toe. Het was een betoog vol citaten, spitsvondigheden, dichtregels en reflectie. Op de een of andere manier was de raad er na drie lange dagen debatteren en besluiten erg aan toe. Humor, lichtvoetigheid, een kritische noot en de juiste toon, alles kwam samen. Je treft het als de nestor van de gemeenteraad erudiet en welbespraakt is. Een genot om naar te luisteren en het is leerzaam bovendien.

Elke raad heeft zijn nestor, het langstzittend raadslid, en tegenwoordig ook een plaatsvervangend raadsvoorzitter. Dat hoeft niet dezelfde persoon te zijn. Het is goed dat de raad zich afvraagt welk raadslid gezaghebbend is en er gevoel voor heeft. Het gaat immers niet alleen om het incidenteel voorzitten van een vergadering, maar ook (en vooral) om het aanvoelen en verbinden van wat er leeft binnen de raad.
De plaatsvervanger kan een belangrijke sparring partner zijn voor de burgemeester en voor de griffier. Daar de gemeenteraad zich in beperkte mate als collectief manifesteert, kan hij of zij, toch aan de raad als geheel een stem geven. Tot slot kan de vervanger de raadsmores en de ongeschreven regels bewaken en bevorderen. Precies wat je ook van een burgemeester mag verwachten dus en, als hij of zij er niet is, van de vervanger.

Dat het vanzelfsprekend was dat de nestor automatisch de plaatsvervangend voorzitter van de raad werd, had wel iets ongecompliceerds. Je hoefde er niet over na te denken, te praten, te onderhandelen of zelfs over te stemmen. Hoeveel draagvlak, vraag ik mij af, heeft een kandidaat echt die na politieke uitruil wordt benoemd?

Een procedure om te komen tot een keuze voor een kandidaat plaatsvervanger zou wellicht helpen. Misschien is het voor de raad goed als er een profiel opgesteld wordt. In het profiel staat wat van de kandidaat wordt verwacht en welke competenties en stijl nodig zijn. Maar aan de andere kant – stel, je vraagt aan elk lid van de raad: ‘wie is geschikt’, ‘wie heeft het gezag?’ ‘Wees eerlijk, ook al is het de grootste politieke opponent, wie?’ Dan weet iedereen de persoon te benoemen, toch? Gezag heb je of heb je niet. Hoe mooi zou het zijn als mogelijke plaatsvervangers zich niet hoeven te kandideren, maar als ze worden gevraagd, door de hele raad. Gewoon omdat ze goed zijn.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki