Wa kost da?

Uiteraard moet er worden nagedacht en gesproken over de centen. Niet alleen over de (incidentele) kosten voor de implementatie van de Omgevingswet, maar ook over de structurele na 2021. Er zijn nogal wat keuzes te maken en ook al is niet alles financieel te vertalen, uiteindelijk heeft de raad het budgetrecht en stuurt hij door geld beschikbaar te stellen. Maar wat mogen ambities kosten, hoe weeg je ze, wat zijn ze je waard?

Deze raadsavond verliep voorspoedig. Er werden veel vragen gesteld, rake en kritische, de betrokkenheid was groot. Zo verwoordde een van de leden het:

We willen twee dingen. Op vlieghoogte komen. En meer inzicht in de keuzes die we moeten en kunnen maken.

Het gesprek ging dus over de knoppen waar de raad aan kan draaien (zie ook blog ‘aan knoppen draaien‘). We hadden het onder meer over de rol van de gemeente in het faciliteren of sturen van ontwikkelingen. ‘Faciliteren’ door bijvoorbeeld initiatieven van inwoners en ondernemers mogelijk te maken, en ruimte te maken voor co-creatie. Of ‘sturen’ door bijvoorbeeld duidelijke en heldere kaders en doelstellingen mee te geven voor het benutten van de leefomgeving. Je zult een keuze moeten maken. Óf faciliteren óf sturen. Dat hangt af van de visie van de raad op de eigen rol.

En we hadden het ook over participatie. Dat je ervoor kunt kiezen om vooraf duidelijke kaders vast te stellen, zodat initiatiefnemers en belanghebbenden weten waar ze aan toe zijn. Die kaders kun je vervolgens in regels vertalen en opnemen in het omgevingsplan. Je kunt dan toetsen en monitoren. Je kunt er ook voor kiezen om participatie meer vrij te laten en te vertrouwen op de aanpak van initiatiefnemers. Ook een principiële keuze. Er zijn zo meer keuzes te maken, waarbij de raad meer of minder ‘in de geest’ van de Omgevingswet werkt, meer of minder dichtbij de huidige werkwijze blijft, meer vooraf stuurt óf meer achteraf controleert, over meer zelf beslist of meer aan het college overlaat.

Toen zei een raadslid: “Plak nou eens een prijskaartje op alle smaken, dan kunnen we kiezen”. Ik zou oprecht niet weten hoe je een strategische keuze en de gevolgen daarvan zou kunnen vertalen in geld. Je kunt wel wat becijferen. Denk daarbij aan meer of minder leges of aan meer of minder salariskosten voor vergunningverlening of handhaving. Maar wat kosten duidelijke beleidskaders? Een ambtenarensalaris om te komen tot die betreffende kaderstelling? Wat leveren duidelijke kaders op in euro’s? En doe mij maar voor honderd euro co-creatie?

Maar, oké, als je al die verschillende – in de woordkeuze van het raadslid – ‘smaken’ in geld zou kunnen vertalen, en je komt tot de conclusie, ik zeg maar wat, dat ‘faciliteren’ vijf ton kost en ‘sturen’ drie, wat zou je dan kiezen? ‘De goedkoopste variant uiteraard’, reageerde hij. Nee, nee, zo werkt dat niet! Je begint met een visie en ambities, wat je voor de stad, het dorp of de gemeente wil bereiken. Je begint met dat waarom mensen op je hebben gestemd. Keuzes in strategie en uitvoering helpen vervolgens om de ambities te realiseren, meer woningen, meer werk, meer voorzieningen of meer groen bijvoorbeeld, de belangrijke dingen.

Geld is belangrijk en met publiek geld moet je extreem zorgvuldig omgaan. Geld is een middel. Met geld kun je sturen, maar met ambitie dingen bereiken. En voor wat wél te becijferen is ontwikkelt de VNG een model wat aan het einde van het jaar beschikbaar komt.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki