Niet willen

Vegaburger? Pasta pesto? Pompoensoep? Het is bij ons een terugkerend ritueel. Over eten. En pubers die niet willen. Wat wil je eten? Weet ik niet. Dan volgt de opsomming. En het antwoord: nee! Je kunt van alles verzinnen, maar het antwoord is de eerste pakweg tien keer: nee, nee, nee! Maar dat was toch je favoriete gerecht? Nú niet meer! Maar je zei laatst dat je dat erg lekker vond. Dat was tóén. En een typische mama-opmerking: ik heb het speciaal voor jou gemaakt! Werkt ook niet. Als we weer de keuze-impasse hebben bereikt, volgt de wanhoopsvraag: maar wat dan wel? ‘ ‘Iets lekkers’, zegt de puber en zoek het maar uit. 

Telkens kies ik een andere strategie. Zoals de ‘geen keuze’-strategie: eten wat de pot schaft, take it or leave it. Of de ‘wie van de drie’-strategie: drie gerechten, een van die drie wordt het.  Of de ‘doe-het-zelf’-strategie: deze keer mag jij koken, succes! Allemaal met beperkt succes overigens. Maar ik begrijp die puber ook wel. Het valt niet mee om te kiezen wat je wilt. Wat zijn de opties, wat is jouw voorkeur of stemming, heb je op dat moment trek? En er zijn altijd andere veel belangrijkere zaken, zoals je insta en de filmpjes van jouw favo Youtubers. Uiteindelijk blijft geen enkele puber hongerig in zijn kamer zitten. Al is het midden in de nacht, ze sluipen naar de keuken en vinden genoeg in de koelkast.

En hoe zit het met het voedsel voor de gemeenteraad? Wat wil de raad? Menig collegelid en adviseur zullen het zich (al dan niet) vertwijfeld afvragen. Raad, maak keuzes, geef richting, zeg wat je wilt. Maar hoe moet de raad die keuzes maken? Op basis van welke informatie, inzicht en voorkeuren? Weet de raad wat de implicaties zijn van gekozen opties? En is de raad eraan toe om die richting te kiezen? Best grappig is dat er voor de raad ook drie strategieën worden gehanteerd (zie analogie met strategieën zoals daarnet beschreven): de ‘teken bij het kruisje’-strategie, de ‘opties’-strategie en de ‘zegt u het maar’-strategie.   

Aan de andere kant begrijp ik die raad ook wel. Het is altijd eenvoudiger om te weten wat je niet wilt, dan wat je wel wilt. Als er maar geen overlastgevende bedrijvigheid komt, woningbouw die te hoog, robuust of slecht ontsloten is, voorzieningen waar geen draagvlak voor is in de buurt of die te duur zijn, windmolens of zonneweides op plekken die verre van ideaal zijn. Als er maar geen gedoe komt, op volle tribunes met enkel tegenstanders zit niemand, noch coalitie noch oppositie, te wachten. Liever geen boze mailwisselingen en conflicten met ondernemers, maatschappelijke partners en medeoverheden. 

Opmerkelijk is dat het tijdens de verkiezingen, ruim een jaar geleden in de meeste gemeenten, langs de deuren ging over wat wél. Stem op mij, want ik ga zorgen voor meer woningen, banen of groen. Lagere lasten, meer voorzieningen of een betere toekomst. Kennelijk helpt het als je duidelijkheid wil geven aan de kiezer als je zegt wat je wel wilt. Focus op inhoud en idealen helpt om keuzes te maken, zou je zeggen. Dat geeft te denken, hé?

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki