De verkiezingsposter als politieke folklore

Partijen willen zichtbaar zijn en de overheid de opkomst bevorderen. Dus wordt er, georganiseerd en soms wild, geplakt. Verkiezingsposters zijn de komende tijd niet uit het straatbeeld weg te denken. Het duurt maar een weekje of zes. Niemand is er fan van, maar wat wel? Facebook-ads? Meetups? Twitterlawines? Reclamespotjes? Posters, de oproepkaart en politieke leiders die plots in interviews een inkijkje geven in hun persoonlijk leven en drijfveren, dan weet je, de verkiezingen naderen. Het is traditie, terugkerend, vertrouwd en telkens discutabel. Waarom doen we dit? Het is de 21ste eeuw hoor!

Een stukje geschiedenis
De eerste posters werden in de middeleeuwen gemaakt. Alleen tekst. Autoriteiten gebruikten ze om het volk te informeren over wetten. In de 19de eeuw werden posters gebruikt voor aankondigingen van evenementen en vanaf de 20ste eeuw als propagandamiddel. Met de komst van het algemeen kiesrecht in Nederland (1919) was het extra belangrijk voor partijen om zich te presenteren. Omdat het om zo’n breed mogelijk publiek ging werd de poster een belangrijk communicatiemiddel. De posters weerspiegelen de actualiteit, de tijdsgeest en de dominante verkiezingsthema’s. En wat gaan we in deze eeuw doen?

Weinig posters blijven je tegenwoordig bij in de overvoed van prikkels. De meeste zijn heel traditioneel, foto lijsttrekker, logo partij en slogan, klaar. Soms herken je kleuren of symbolen, hoewel partijen ook wel eens willen moderniseren en de huisstijl omgooien. De hoofden van de lijsttrekkers herken je ergens vaag. Bij de verkiezingen van 1971 maakte de PSP (Pacifistische Socialistische Partij) echt een gewaagde poster. Die van de naakte vrouw in de wei, “ontwapenend”. Deze poster veroorzaakte in die tijd veel ophef. En zelfs jaren later opnieuw toen Facebook de poster verwijderde. Overigens leidde alle aandacht voor de poster niet tot een beter resultaat voor de PSP, die van vier naar twee zetels zakte.

Geen effect
Die verkiezingsposters trekken kiezers niet over de drempel, er is nauwelijks (meetbaar) effect, maar niemand stopt ermee. Het is waar, ze vallen op. Veel mensen hebben helemaal geen zin om zich in verkiezingsprogramma’s te verdiepen, debatten te volgen of interviews te lezen. Een blik op een poster is net die ene seconde aandacht die sommigen nog kunnen opbrengen. En ze hangen overal verspreid over het hele land. Herkenbaar en voor alle partijen even toegankelijk. Maar je moet ook iets te melden hebben en de vorm moet deugen om te blijven hangen. Als alle posters op elkaar lijken en in het keurslijf van de gemeentelijke afmetingen strak op elkaar worden geplakt, dan vallen ze veel minder op. Over kosten en milieuvervuiling zal ik maar zwijgen.

Persoonlijke benadering werkt
Wat werkt dan wel? Uit onderzoek blijkt telkens dat old school persoonlijk beter werkt. Dus stuur geen flyer, maar een brief of mail of, doe eens gek, een handgeschreven kaart. In gesprek gaan (deur-aan-deur of online) helpt ook. Ook vinden mensen het gebruik van digitale stemhulpen nuttig en is een herinneringsbericht om de datum niet te vergeten handig. Praktische zaken zorgen, ongeacht de partijkeuze, ook voor een grotere opkomst, zoals toegankelijke stembureaus, ruime openingstijden en, als het zou kunnen, stemmen per brief of vanaf thuis. Deze keer zullen de verkiezingen vanwege de moeilijkheden door Corona extra spannend zijn. En extra leerzaam. Wat hebben we straks anders gedaan, omdat het moest en niet anders kon. Misschien blijkt posters plakken in elk geval niet meer de manier. Ik zal ze niet missen.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki