Social media en de privacy van de ander

Als je mijn naam googled krijg je 5.000 hits. Groot deel daarvan dank ik aan mijn burgemeester. Hij schrijft wekelijks een weblog en noemt mij daar vaak in. Zijn weblog is vriendelijk, vlot, een tikje ironisch, maar vooral feitelijk. Hij schrijft gedetailleerd en expliciet. Iedereen die op zijn pad komt wordt met naam en toenaam genoemd, van medewerkers tot en met restaurateurs waar hij eet, soms met link naar website of foto. De reden dat hij het nu al zes jaar elke week doet is transparantie. Ik heb niets te verbergen, u mag het allemaal weten.

Ik twitter over vergaderingen van commissies, raad, over mijn activiteiten en projecten. Vaak stuur ik links naar publicaties of tegeltjeswijsheden. In het begin was het alleen zakelijk, maar de grens privé-zakelijk blijkt niet zo strak te trekken. Mensen die ik volg en mijn volgers ken ik van het werk, maar ook van elders. Ik noem nooit namen met uitzondering van twitteraars en zelfs dan met beleid. Als een raadslid bijvoorbeeld met mij overlegt over iets, dan zou ik wel gek zijn om deze te noemen. Als het betreffende raadslid het echter zelf twittert, dan voel ik mij ook vrij. De reden dat ik nu al twee jaar trouw twitter is om verhalen met anderen te delen. Kijk hoe interessant het kan zijn om griffier te zijn, nooit gedacht, hé?

Weblogs en tweets zijn fragmenten van dagelijkse beslommeringen, stukjes film. In die film komen ook andere mensen voor. Door stukjes film uit te kiezen raak je soms aan de privacy van anderen. Je moet je ervan bewust zijn, je realiseren dat een ander daar mogelijk geen prijs op stelt. Maar uiteindelijk is het jouw film en jouw verantwoordelijkheid.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki