Superkrachten

Wanneer je ze voor het eerst krijgt, weet ik niet. Als je nog niets in de gaten hebt? Als je buik eerst haast onzichtbaar en later steeds boller wordt? Of als pijn overgaat in verrukking en jouw kleintje, slijmerig en verbijsterd, op je buik ligt? Of de dagen erna als je ontregeld, onwennig en gebroken door de slapeloze nachten je moeder probeert te voelen? In elk geval na de huilbuien zonder reden en na het depressieve starend en willoos aan de rand van zijn bedje zitten. Als je jezelf weer hebt herpakt, je lijf weer een beetje meedoet, je de energie mondjesmaat maar beslist voelt terugkomen en jouw kleintje je overal met zijn ogen volgt, hij je voor het eerst echt ziet en je beloont met de mooiste tandeloze glimlach die er is. Dan heb je ze: jouw superkrachten! Je bent de belangrijkste, de geweldigste, je bent alles in zijn nog korte leven. Lieve woordjes, een liedje, gekke bekken, uitbundig lachen, bij alles reageert hij, hij draait naar je toe, zijn ogen verliezen je geen minuut uit het zicht, hij hangt aan je lippen. Hij is met een mengeling van afhankelijkheid en adoratie, onvoorwaardelijk jouw grootste fan. Als hij moet huilen, met zo’n schattig puillipje, en je knuffelt hem, weg tranen. Als hij struikelt bij zijn eerste pasjes en je leidt hem af, vergeet hij alles en probeert hij het opnieuw. Jouw krachten worden sterker met de dag. Je bent er voor hem. Is hij driftig omdat hij ergens niet bij kan, dan weet je hem te troosten. En opeens lukt het wel! Een tovenaar ben je! Je weet wat hij wil en hij weet dat je alles voor hem doet.

Je bent de allersterkste, je tilt alles op, de zwaarste tas of de buggy over een drempel, draagt de zwaarste last, hem op jouw schouders, bouwt de hoogste toren, je bent de snelste, vangt hem op voordat hij valt, wegloopt naar de straat of iets uit zijn handjes laat glippen. De mooiste en stoerste ben je, een held met magische krachten. Valt hij op zijn knie, een kusje en weg is de pijn. Heeft hij buikpijn? Een toverdrankje, zachtjes aaien over zijn buikje en het wordt minder. Is hij rusteloos? In jouw armen vindt hij rust. En later als hij bang is voor monsters, spoken of het donker, stamp je heel hard op de vloer, spreekt een toverspreuk uit en weg zijn ze. Hij kan weer slapen, de engel.

Je toverkrachten worden steeds beter. Als er iets kwijt of stuk is weet je een oplossing te vinden. Zelfs de goudvis die op zijn buik dreef, doet het de volgende dag weer. Een favoriete knuffel die ergens bleef liggen, komt wonderlijk genoeg weer tevoorschijn. Iets voor school dat niet af was, lukt toch op tijd. De favoriete trui is altijd op tijd weer schoon. Het kinderfeestje waar alles mis gaat is toch perfect. En zo wijs, op alle vragen heb je een antwoord, voor alle raadsels een verklaring. Moeder is synoniem aan “het komt goed!”

Maar waar blijven verdomme je krachten als het niet een geschaafde knie is, maar een gekwetst hart? Als je de vragen, wat er gebeurde in Parijs bijvoorbeeld, onbeantwoord moet laten. En het toch niet goed komt, zoals je vroeger beloofde? En als de nachtmerries in de wereld groter zijn, dan die in een kinderslaap passen.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki