De kleur van de ogen

De conclusie na vele uren eten, drinken, kletsen, lachen en dansen was onvermijdelijk: wat uiteindelijk overblijft zijn de mooie herinneringen. Sentimenteel gemijmer dat met de leeftijd alleen maar zoeter wordt of keihard bevochten levenswijsheid, ach, wat maakt het uit.

Deze reünie was afgestemd op mijn komst, was een verrassing, zowel voor mij als voor de meeste vriendinnen. Maar liefst vijfendertig jaren na het afscheid van school, voor mij ook het afscheid van Griekenland en dan nu hier bij elkaar. Zo gaan die dingen. De eerste tijd schrijf je acht brieven per dag, dan zes, dan drie, dan een per week. De antwoorden worden steeds schaarser. Studie, werk, gezin, het spitsuur van het leven, je kijkt vooruit, steeds minder achterom. Hoe dierbaar de vrienden ook zijn, hoe waardevol en warm de vriendschap, slechts met een enkeling lukt het om contact te houden. En om dat contact te koesteren. Nu zitten wij alweer in de volgende fase. Er is weer iets meer ruimte en behoefte om elkaar te ontmoeten, om tijd te maken, om aandacht te geven. Het werd een lieve en nostalgische avond. Wij zijn samen ouder dan de Witte Toren, zei mijn vriendin, beslist een feit, dat zonder context nergens op slaat, maar in de geheimtaal van het gezelschap leidt tot lachen met tranen. Sommige dingen kun je niet uitleggen aan buitenstanders, dat hoeft ook niet.

Wij waren allemaal geen spat veranderd uiteraard. Of ik nog verhalen en gedichten schreef, vroeg een vriendin. Ja, dat doe ik, in een andere taal nu. Goed, zei ze nog, als dat beter en vertrouwd voelt, dan moet je dat vooral doen. Niets blijft hetzelfde, filosofeerde zij verder, wij moeten ons aanpassen aan de omstandigheden. Dat er voor mij een hele wereld en hele zoektocht achter de taalwissel zit, kreeg in die ene zin een plek. En dat het maar goed was dat ik niet in Griekenland woonde, kijk hoe goed alles bij jou geregeld is, wat een geluk, en wij hier, alleen maar problemen. En wat voor een werk ik eigenlijk deed. Ambtenaar? Oké, oké, goed, goed. Of het bevalt? Je hebt werk, zei zij, dat is het belangrijkste. Ook dat weer met een zin op zijn plek. Van die gesprekken dus. En veel toasten, elkaar het beste wensen en zingen. Frappant hoe al die jaren uiteindelijk terug te voeren zijn tot een vraag: of ik foto’s heb van mijn kinderen? Er gaat een leesbrilletje rond, want op onze leeftijd … Mijn kinderen worden goedgekeurd, mooie namen ook, zeggen ze.

Er is een lied waar ik de hele avond aan moet denken. Het gaat over vriendschap, over elkaar na vele jaren op dezelfde plekken ontmoeten, de armen op elkaars schouders leggen, liedjes van vroeger ophalen, namen, verhalen en gebeurtenissen. Dat vrienden elkaar uit het oog verliezen, dat dat zomaar gebeurt, wij veranderen en zij ook. Hoe toepasselijk! Het refrein gaat min of meer zo:

“De kleur van de ogen, weet je de kleur nog, verandert niet.

Er is nog niets verloren gegaan, zolang wij leven en meeleven,

De kleur van de ogen verandert niet, alleen de blik.”

Toen ik de sleutel in het slot stak om vier uur ‘ s ochtends voelde ik mij weer even vijftien. Op kousenvoeten sloop ik naar mijn kamer.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki

Leave A Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *