Lijn 50

Geef die man een lintje, een medaille, maak hem ereburger! Wat een held!

Het tafereel speelt zich af in lijn 50. Het is een gewone stadsbus, je kunt deze in Thessaloniki nemen om van de Witte Toren naar de Ano Poli (een van de oudere wijken die boven de stad uittorent) te gaan en terug. Maar het is tegelijkertijd ook een toeristische rondrit-bus, die je langs de meeste bezienswaardigheden leidt, met een toelichting via een ingesproken bandje. Voor twee euro krijg je als haastige bezoeker al een goed beeld van meer dan tweeduizend jaar geschiedenis. Als wij instappen is de bus al vol. Opstaan voor ouderen doen ze tegenwoordig niet meer, mompelt een meneer die ook net instapt. Het zijn twee schoolklassen van een middelbare school die hier vijftig minuten geschiedenisles krijgen. Voor de gelegenheid is een stadsgids aan boord. Op het eerste gezicht lijkt hij eigenlijk een conducteur met blauw overhemd, das en spencer. Hij geeft ons de kaartjes en seint de chauffeur dat wij kunnen vertrekken. Het is een muizige man, kalend, wipneus, slecht gebit, onverzorgd baardje, draagt een brilletje en een te groot horloge. Zijn stem kraakt, de microfoon ook.

Voorin zitten de vlijtige en brave leerlingen. Achterin is het grote chaos en een boel lol. Wij starten onze toer. De gids vertelt dat rechts de musea zijn, het museum van Oudheden en het Byzantijns museum. Dat er prachtige stukken te zien zijn. En dan vraagt hij ineens: “Hebben jullie op school al het hoofdstuk over de Macedonische dynastie gehad?” De brave leerlingen antwoorden met een “Jaaaa!” Oké, zegt de gids, opgewekt. “Dan weten jullie vast wel wat de hoofdstad was van het Macedonische Rijk! En wanneer was dat?” Een van de meisjes voorin weet het antwoord. De bus rijdt verder. Bij de Boog van Galerius gaat hij verder: “In welke eeuw leefde Galerius, wanneer is de Boog gebouwd? Welke keizer was beschermer van het Christendom?” Timide volgen wat antwoorden. Dit hoofdstuk hebben ze kennelijk nog niet gehad. Bij de kerk van de Hagia Sofia vraagt hij: “Welke kerk zien jullie daar? Wat voor type kerk is het? Wie was Sofia eigenlijk?” Dat laatste is een strikvraag en zet de leerlingen op het verkeerde been.

Twee vrouwen die instappen luisteren geamuseerd naar de vragen. Hey, dat wist ik ook niet, zegt de een tegen de andere. De gids ratelt verder over de talrijke kerken, beelden, keizers, heiligen en nationale helden, belangrijke gebeurtenissen, joodse en Turkse bezienswaardigheden. Hij gaat maar door, onverstoorbaar, over apostel Paulus, over Kemal Atatürk, over professor Kriaras van de Universiteit van Thessaloniki, over de bevrijding van de stad van de Turken, zijn kennis en energie kennen geen grens. De concentratie van de leerlingen wel, het geroezemoes en geklets wordt steeds luider. Van alle antwoorden geeft hij intussen de eerste lettergrepen om te helpen. “Wie is de beroemde wijsgeer waar dit plein zijn naam aan dankt? A-ri-sto-?” Hun begeleiders kijken verveeld uit het raam. De chauffeur zet de vaart erin, hoe sneller wij terug zijn, hoe beter, lijkt hij te denken.

Bij het stoplicht bij de grote Fontein vraagt hij welk symbool daar op het hotel aan de overkant te zien is. Dat weten de leerlingen wel. Het is de ster van Vergina. “En welk lied hoort hierbij?” Ze zingen het uit volle borst, ook die leerlingen achterin. En daarmee zijn wij weer terug bij het beginpunt van de rondrit. De leerlingen weten niet hoe snel ze uit de bus moeten stappen. Een enkeling bedankt de gids beleefd. Hij kijkt nog steeds blij en energiek. Een volgende groep stapt in.

Wat een held! Zet deze man voor de klas!

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki