‘Uitstel van de Omgevingswet is geen oplossing’

Raadsleden zijn verdeeld over de invoeringsdatum van de Omgevingswet, blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Wat nu? Volgens Pascale Georgopoulou, projectleider invoeringsondersteuning bij de VNG, moet aan 1 juli 2022 worden vastgehouden.

Gaf de enquête voor u een verrassend beeld?

Georgopoulou: ‘Ik herken de zorgen van raadsleden. Maar wat ik zelf het meest hoor in mijn gesprekken met raden: neem in Den Haag nou eens een definitief besluit over de invoeringsdatum. Dan kunnen we er als gemeente eindelijk echt mee aan de slag. Als jullie nóg een keer gaan uitstellen… weet je, we hebben als gemeente meer te doen. De groeten.’

Onder grote gemeenten is de steun voor 1 juli 2022 als invoerdatum het sterkst.  
‘Dat beeld herken ik niet uit mijn praktijk. Er zijn ook veel kleine gemeenten die al goed met de Omgevingswet bezig zijn. Net zoals er grotere bestaan waarvan je zou hopen dat ze verder zouden zijn. Weet je, elke verandering is een soort vergrootglas waardoor je kunt kijken hoe processen binnen een gemeente lopen. Stel dat een gemeente excellent is in dienstverlening, dan zal dat nu ook blijken. Maar als ze beroerd zijn in ict, zul je terugzien bij het DSO. Dat geldt ook voor de verhouding tussen college en raad. Er zijn veel gemeenteraden die goed betrokken zijn bij de Omgevingswet en die klaar zijn om besluiten te nemen of die al genomen hebben. Andere raden zijn nog steeds niet in positie. Niet bij de Omgevingswet, maar evenmin bij andere dossiers.’

Grotere gemeenten hebben vaak meer ambtelijke ondersteuning. Dat helpt toch?  
‘Dat is zeker een factor. Tegelijk denk ik dat dan ook je ambities als gemeente omhoog gaan. Dus het corrigeert elkaar een beetje. Bij weinig ondersteuning en geld ga je de ambities ten opzichte van de Omgevingswet bijstellen. Dan wordt het ook voor kleinere gemeenten behapbaar.’

Raadsleden maken zich zorgen over de financiële gevolgen van de Omgevingswet.  
‘Dat begrijp ik want gemeenten hebben het financieel moeilijk. Er komen veel taken vanuit het rijk op hen af, en niet altijd met bijbehorend budget. Maar de Omgevingswet levert niet alleen kosten op, maar ook voordeel voor inwoners en ondernemers. Het leidt voor een gemeente tot efficiëntere bedrijfsvoering en betere participatie bij ruimtelijke initiatieven. Bij de kosten voor gemeenten gaat  het vaak over het DSO. Maar als je de invoering van de Omgevingswet uitstelt, moet je nog langer externen inhuren. En dan is er ook langer onzekerheid en gaat op een gegeven moment de energie uit het project.’

  
Opvallend is dat raadsleden zich relatief weinig zorgen over datzelfde DSO lijken te maken.
Lachend: ‘De Omgevingswet is ook nogal breed, hè. Ik adviseer raadsleden altijd: maak een lijstje wat je het belangrijkste vindt en waarmee je wilt beginnen. Dan kom je doorgaans uit bij drie dingen. De omgevingsvisie: waar willen we als gemeente naartoe? De participatie: hoe betrekken we er mensen bij. En: hoe gaan we de bevoegdheden verdelen tussen raad en college? De rest van de Omgevingswet is ook belangrijk, maar je hebt als raad maar beperkt tijd.’

Veel raadsleden vinden de invoering van de Omgevingswet te dicht op de raadsverkiezingen van dit voorjaar zitten. Deelt u hun vrees?
‘Het feit dat de invoering meteen na de raadsverkiezingen komt, is ronduit beroerd. Niet handig. Aan de andere kant: je moet er gewoon voor zorgen dat de nieuwe raad zo snel mogelijk op vlieghoogte komt. Ik heb nog niemand gehoord die zegt: er komt een nieuwe raad, we maken geen begroting meer voor volgend jaar. De oplossing schuilt niet in uitstel van de Omgevingswet, nee, de nieuwe raad moet straks zo snel mogelijk met z’n allen een kamertje in en daar uitgelegd krijgen hoe het zit en hoe het moet.’

Is dat dan nog wel op tijd?
‘We hebben als VNG dit jaar een duidelijk advies geschreven: denk erom, doe de voorbereidingen op de Omgevingswet al zoveel mogelijk met de huidige raad. Laat het niet over aan een volgende. Anders wordt het echt heel krap.’

Bijna de helft van de raadsleden vreest voor chaos na de invoering. Er gaan al geluiden op voor een beperkte invoering, een Omgevingswet light.  
‘De wet is klaar, dus die treedt straks in zijn geheel in werking. Maar in feite ís het voor gemeenten ook een Omgevingswet light, want je hoeft pas in 2029 helemaal klaar te zijn. Er zijn twee dingen die je goed geregeld moet hebben: je moet aangesloten zijn op het DSO en je moet vergunningen binnen acht weken kunnen afhandelen. We zullen met een basismodel van het DSO van start gaan en dat de komende jaren steeds verder uitbreiden.’

Wat u betreft gaan we 1 juli 2022 dus met de volledige wet van start.
‘Ik zie de zorgen van raadsleden, ook weer in deze enquête. Maar inderdaad: uitstel zie ik niet als oplossing. Wel zullen we beter ons best moeten doen om de nieuwe raden voor te bereiden. Er moet een goed overdrachtsdossier zijn van de oude naar de nieuwe raad. Ik vind het schokkend dat dat in veel gemeenten nog onvoldoende gebeurt. Naarmate de Omgevingswet dichterbij komt, wordt het onderwerp steeds concreter en daarmee ook complexer. Dus moet je als huidige raad heel goed aangeven: wat hebben wij gedaan, wat was lastig en wat zijn de onderwerpen waarmee de nieuwe raad aan de slag moet. Alle griffiers zijn nu bezig een inwerkprogramma samen te stellen voor de nieuwe raad. Zorg dat de Omgevingswet daarin ergens bovenaan op de agenda komt.’

Uit Binnenlands Bestuur, 13 december

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Thessaloniki