In een recent onderzoek naar taakopvatting en -invulling van griffiers* verbazen de onderzoekers zich onder meer over het feit dat ruim drie kwart van de griffiers bezig is met het onderwerp intergemeentelijke en regionale samenwerking en dat ook erg belangrijk zegt te vinden. Maar nog geen een derde organiseert daadwerkelijk bijeenkomsten voor de raad of onderneemt andere activiteiten op dit vlak.
Nou, ik snap dat wel. En nee, het heeft niet alleen met tijdsbesteding te maken, hoewel de waan van de dag, de alweer volgende deadline en gedoe er een behoorlijke aanslag op doen. Dat je als professional iets van belang vindt wil nog niet zeggen dat jouw opdrachtgever, i.c. de gemeenteraad, het ook belangrijk of in elk geval het belangrijkste vindt. Je doet als griffier oprecht je best om trends en ontwikkelingen en de implicaties van een en ander op korte termijn, op lange termijn, praktisch, maar ook strategisch te signaleren. Je kunt dit verdomd vasthoudend en volhardend doen. En je kunt de opdrachtgever ook een handje helpen om zijn ambities en de opgave onder woorden te brengen en te articuleren. Maar of je hoog springt of laag, de opdrachtgever bepaalt, stelt prioriteiten, heeft het laatste woord.
Het mooiste is als de griffier vanuit zijn faciliterende en adviserende rol initiatieven neemt, aanzetjes doet, aansluit op wensen en kansen ziet om dingen te agenderen en te combineren. Het is net als surfen, je wacht op de geschikte golf om op mee te gaan. Een griffier mag best een stukje voor de troepen uitlopen. Dat mag toch worden verwacht van een professional die werkt voor een lekenbestuur. Je mag elkaar uitdagen, in het belang van lokale democratie graag zelfs. Dat kan tot een gezonde wisselwerking leiden en tot meerwaarde. Je trekt elkaar als het ware over de streep. Dat is mooi. Maar op het moment dat de agenda en de ambitie van de griffier leidend zouden worden en niet die van de raad, dan ontstaat een levensgroot probleem. Je groeit letterlijk uit elkaar en kunt niets meer voor elkaar betekenen. Dus ik snap de onderzoeksuitkomsten wel. Het gaat niet om vinden, willen, doen, maar om wie erover gaat.
* “Griffier in de Gemeente Geschetst, Het ambt anno 2016”, Uitgegeven door Tilburg University en Radboud Universiteit.