Hoezo ‘Raadslid stemt ook bij (schijn van) eigenbelang’? In het boek ‘ABC voor raadsleden’ stelt Olaf Schuwer, op basis van jurisprudentie, dat ‘wanneer een onderwerp van stemming zich in de nabijheid van een raadslid afspeelt, hij of zij zich niet langer van het uitbrengen van een stem hoeft te onthouden’. Ik ben meer van de lijn ‘bij twijfel, niet inhalen’. Ik hoopte op veel reacties op het artikel, maar alleen de VNG reageerde (VNG-magazine, week 14). Leeft het onderwerp dan niet, of is het ook hier een kwestie van de preciezen en de rekkelijken en van welke school je toevallig bent. En wat schiet het gemiddeld raadslid hiermee op? Wat te doen of te laten?
In de VNG-reactie is precies verwoord waar het addertje onder het gras ligt. “Het artikel kan de indruk wekken dat een raadslid zich door niets meer belemmerd hoeft te voelen om te stemmen, ook al heeft hij een duidelijk eigenbelang”. En dat kan niet zo zijn. Het gaat erom dat vooringenomenheid bij besluitvorming (Artikel 2:4 Algemene wet bestuursrecht) moet worden vermeden. Raadsleden hebben hun wortels in de lokale gemeenschap en zullen altijd wel ergens bij betrokken zijn, bij een organisatie, vereniging of initiatief, daar misschien zelfs een belang bij hebben. De vraag is of dat strikt genomen een persoonlijk belang is. Maar hoe dan ook: zoek de grens niet op!
Integriteit kun je benaderen vanuit de juridische invalshoek. Wat staat er in de wet en wat zegt de jurisprudentie? Het betreffende wetsartikel (28.1 Gemeentewet) is ongewijzigd. Hiermee is niet gezegd dat bij het geringste het raadslid de raadzaal moet verlaten als het gaat over ‘een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat’. Een goede eigen afweging is voor het raadslid van groot belang. Naast de juridische is er namelijk ook een morele invalshoek. Het raadslid weegt de waarden, die in de gedragscode zijn geformuleerd, tegen elkaar af. Waarden zoals zorgvuldigheid, dienstbaarheid, onafhankelijkheid, openheid en vertrouwelijkheid komen bovendien soms met elkaar in botsing. Het raadslid beslist op basis van zijn eigen morele kompas. En dan is er ook nog de invalshoek van buiten naar binnen. Wat vinden anderen, burgers in een gemeente of de media, ervan. Hoe komt het over? Heb je de schijn tegen?
Om integriteit te wegen is een strikt juridische benadering alleen niet genoeg. En alleen op een persoonlijk moreel kompas kun je in de samenleving niet varen. Je ziet al gauw iets over het hoofd of misschien denkt iemand er anders over. Het is daarom zaak om het gesprek met elkaar aan te gaan binnen en buiten de eigen fractie en eigen gemeenteraad. Niet alleen als er gedoe is, een misstand of een gerechtelijke uitspraak, maar preventief en los van de waan van de dag.