Mijn eerste keer ooit in Amsterdam. Op sleeptouw genomen door een vriend. Er is een politieke avond, zei hij. Hij nam aan dat ik wel meeging en dat deed ik maar. Op locatie was het erg druk. Veel mensen leken elkaar te kennen. In het midden was een soort laag podium, vier klapstoeltjes, gezellig geroezemoes. Een kamerlid dat daar zou spreken zei gewoon “hoi!” tegen mij, “leuk dat je er bent.” Een mensenrechtenactivist, net terug in Nederland, vertelde over dingen die ik alleen uit de krant kende. De burgemeester was er ook, met de fiets gekomen, stak het sleuteltje in zijn broekzak. Hij dronk bier uit een flesje. De presentator die de gasten interviewde tutoyeerde ze. Ik, provinciaaltje, voor het eerst in de grote stad, keek mijn ogen uit.
Alles leek zo dichtbij, zo aanraakbaar. Dat zei ik tegen een struise vrouw, die raadslid bleek te zijn. Zij vroeg of het niet iets voor mij zou zijn, de politiek, iets doen voor de mensen? Voor mij? Welnee, wuifde ik haar suggestie weg. Waarom niet, zei ze, knipoogde en werd meegetrokken in een ander gesprek. ’s Nachts op de terugreis hoorde ik haar woorden op de cadans van de trein: “waarom niet?”
Er is altijd wel iemand in ons leven die ons aan het denken zet, die twijfel zaait of juist een duwtje in de rug geeft. Soms zijn er voorbeelden of rolmodellen dat we graag volgen of wegen die we juist koste wat het kost willen vermijden. Het kan ook komen door iets dat we hebben meegemaakt of door een boek dat we lazen. Besluiten zijn van jezelf, wil ik maar zeggen, maar prikkels komen meestal van buiten. De ander weet waarschijnlijk niet eens wat de impact van zijn woorden of acties was. En zoals iemand anders ons aan het denken zet of stimuleert om wat te doen, zo kunnen wij dat ook weer bij een ander aanwakkeren. Een aardig woordje of een complimentje, een tip of een bemoediging, kleine moeite en wie weet waartoe dat kan leiden.
Niet dat ik meteen de volgende ochtend het roer ging omgooien, mijn studie stoppen en politieke ambities ging najagen. Maar ik vergat die avond en de woorden van het raadslid niet. Het is een echt goeie vraag dat ‘waarom niet’. Heb mij het vaak afgevraagd en daarom altijd veel verschillende dingen gedaan. En zo zei ik ‘ja’ tegen de vraag of ik een blog wilde schrijven voor Raadsledennieuws. Het was ruim acht jaar geleden. “Volgens mij kun je dat wel!” zei een collega. Wie, ik? Oké, waarom niet? Hoeveel woorden?